De tekens werden gebruikt om de reizigers hun plaats van bestemming te laten vinden, of om algemene informatie te geven. Zo konden de vele analfabeten de weg in een vreemde plaats vinden. Iemand die geen gevelsteen in zijn muur bezat werd aangeduid als b.v. Johannes die links naast Café de Slingerij met de gevelsteen van het witte paardje woont.
Aanvankelijk werden de meeste tekens op hout en metaal geschilderd. Dat komt omdat er maar weinig huizen van steen waren. Vanaf het begin van de 15e eeuw komen er steeds meer gevelstenen omdat er als gevolg van de vele branden in de steden steeds meer stenen huizen werden gebouwd.
Pas in de Napoleontische tijd komen er straatnaambordjes en huisnummers. Ook komen er dan weer meer uithangborden.
De gevelstenen blijven meestal zitten als herinnering aan een voormalige bewoner of bestemming. Ook is het vaak gebruik om na afbraak de oude gevelsteen in de voorgevel van het nieuw gebouwde pand te plaatsen.
De meeste gevelstenen vind je in de steden.
De Stichting Behoud karakteristieke Dorpsgezichten Menterwolde is bezig deze gevelstenen te inventariseren en heeft een aantal mooie exemplaren gevonden. Onder andere onderstaand voorbeeld: