De ingang in de zuidmuur is in de 19e eeuw voorzien van een portaal met zadeldak en neoclassicistisch poortje.
De toen verwerkte steen wijkt duidelijk af van de oorspronkelijk vermetselde kloostermoppen.
De gesneden vrouwenfiguren op de preekstoel zijn voorzien van de gebruikelijke symbolische attributen die verwijzen naar Hoop, Geloof, Liefde, Overvloed en Waakzaamheid.
Het Hinsz-orgel is van 1751.
De toren is omstreeks 1500 afgebouwd en doet denken aan die van Noord- en Zuidbroek maar heeft een duidelijk meer defensieve uitstraling. Bijzonder is dat deze toren een dakruiter heeft.