Op de achterkant van de zerk:
Ons vaders leeftijd
ging voorbij,
’t Lijk rust nu aan
moeders zij,
Zoo lang op Gods
bevel ’t heelal,
Ten jongste dag
herrijzen zal,
Daar have en halm
in ’t ruim verschiet
Gezegend was in
hun gebied,
Zes telgen aan
vereende stam,
Waarvan de seis
eens twee weg nam